Vaak is er een minimale aanleiding om op door te associëren, een kleine vondst een begin voor iets nieuws. Een blauwwit knoopje is het begin van een zeegezicht, een op straat weggegooid stukje vlechtwerk wordt verwerkt tot een herinnering aan Nepal. De stof aan de binnenkant van de kist waarin mijn vader begraven is, wordt een portretje. Dat leidt tot opdrachten voor andere portretten, waarbij de opdrachtgever zelf de elementen aandraagt. Een stukje stof waarvan het dessin lijkt op een kriebelig handschrift, wordt gebruikt als een nieuwe notitie. En soms is de grens tussen de behoefte tot ordenen en het vrij associëren niet helder te trekken.